Vorige week begon de ramadan en sinds 2009 doet ook HvA-student Cleo van Toorenburg (23) daaraan mee. Op haar zeventiende bekeerde ze zich stiekem tot de islam en leidde ze drie jaar een dubbelleven. Inmiddels draagt ze vol trots een hoofddoek en mag iedereen weten dat ze moslim is. ‘De vooroordelen zijn moeilijk, maar spijt van mijn keuze heb ik nooit gehad.’
Ze legde een lange en soms lastige weg af om te worden wie ze wilde zijn. Maar dat zie je niet meteen aan Cleo van Toorenburg, wel rode blosjes op haar wangen en een vriendelijke lach. Inmiddels is het zes jaar geleden dat ze zich bekeerde tot de islam. En haar zoektocht is nog niet afgerond. Met enige terughoudendheid, maar in alle eerlijkheid vertelt de 23-jarige HvA-student op de achtste verdieping van het Kohn-stammhuis over haar beweegredenen om moslim te worden. ‘Rond mijn zestiende ging ik door een moeilijke periode. Daardoor ging ik op zoek naar wat ik wilde en waarin ik geloofde. Een goede vriend van mij is christelijk en maakte destijds iets soortgelijks mee. Ik zag dat zijn geloof hem sterker maakte. Dat wilde ik ook. Dus verdiepte ik me in het christendom, dat leek me het meest logisch. Maar al snel merkte ik dat dat niet bij me paste. Mijn vragen werden niet beantwoord, ik kreeg er alleen maar meer. Ik besloot me te verdiepen in de islam. Mijn beste vriendin is moslim, dus vroeg ik haar om informatie. Zij gaf me De Uniciteit van Allah, een ontzéttend ingewikkeld boek. Daarmee, en met behulp van Google, kwam ik erachter dat dit het geloof was dat ik zocht. Vooral omdat er veel waarde wordt gehecht aan zorgen voor elkaar, en de rol van de vrouw zo belangrijk is. De islam geeft mij rust. Om helemaal zeker te zijn van mijn keuze heb ik me ook nog verdiept in het jodendom. Maar ik kon me niet vinden in bepaalde joodse rituelen – zoals niet met je gezin mogen eten als je ongesteld bent.’
Thuis bekeren
‘De volgende stap was de bekering, op mijn zeventiende. Het bekeren zelf is niet zo ingewikkeld. Je zegt: “Ik getuig dat Allah de enige god is en Mohammed zijn boodschapper.” Iedereen kan het doen, gewoon thuis. Dus dat deed ik. Het is vooral belangrijk dat je gelooft in Allah en alles wat in de Koran staat. In principe hoef je voor het bekeren niet naar de moskee, maar wel als je een certificaat wil. Dat heb je nodig om Mekka te bezoeken, de heilige stad waar iedere moslim een keer heen moet. Door mijn Westerse naam zouden ze me de toegang tot het heilige gedeelte van de stad wel eens kunnen weigeren. Dus deed ik het bekeren nog een keer over in de moskee. Er was een imam bij en wat vriendinnen – “zusters” noem ik die. Eén van hen had zelfs een taart gebakken met een hoofddoekje erop. Eigenlijk was het niet eens zo’n groot ding voor mij. Het ging vooral om het bewijs. Toch kon ik alleen maar huilen toen het was voltooid, heel bijzonder. Ook koos ik toen mijn islamitische naam: Sarah. Naar de vrouw van de profeet Ibrahim, maar toch nog Nederlands klinkend, zodat hij bij me past.’
Dubbelleven
‘Ik durfde het niet meteen thuis te vertellen. Sterker nog, ik heb vanaf mijn bekering drie jaar een dubbelleven geleid. Tot mijn twintigste was ik stiekem moslim. In feite was ik twee personen: thuis de Hollandse meid en daarbuiten ook wel, maar daarnaast moslim. Dat kostte veel moeite. Ook ontmoette ik destijds mijn Marokkaanse vriend. Dus ik was bang dat iedereen zou denken dat ik me voor hem had bekeerd. Dat is absoluut niet zo. De zoektocht naar de islam voerde ik vooral in mijn eentje. Ik luister niet zo graag naar anderen. Liever kies ik mijn eigen pad en vorm ik mijn eigen mening. Daarom heb ik mijn islamitische vriendinnen ook niet bij het proces betrokken, zodat ze me niet konden beïnvloeden. Spijt van mijn keuze voor de islam heb ik nooit gehad, maar ik vind de vooroordelen die erover bestaan wel moeilijk. Dat er al van uit wordt gegaan dat je onderdrukt wordt of het niet voor jezelf doet. Ik heb altijd het gevoel dat ik me moet verantwoorden. Vorig jaar bijvoorbeeld zag ik een HvA-docent in de gang. Zij noemt het dan toch even: “Heb je het niet voor je vriend gedaan?” Dus ik antwoordde: “Neem maar van mij aan, die is niet zo sterk dat hij bij mij veroorzaakt dat ik er dagelijks zo bijloop.”’
‘Je blijft mijn dochter’
‘Pas na drie jaar vertelde ik het aan mijn vader. Ik kon het niet langer geheim houden. Dat moment weet ik nog goed. Ik was zó zenuwachtig. We waren een film aan het kijken en ik dacht: als ik het uitroep dan moet ik wel.
“Ik moet wat vertellen!”
Mijn vader vroeg:
“Ben je zwanger?”
Ik zei:
“Nee, ik ben moslim…”
Toen zei hij:
“O? Oké.”
Toen deed hij het liefste wat hij ooit heeft gedaan: hij kwam naar me toe, kuste me op mijn voorhoofd en zei: “Je bent en blijft mijn dochter en ik zal altijd van je houden.” Ik was bang dat hij mijn vriend de schuld zou geven. Maar hij kende me gelukkig goed genoeg om te weten dat ik niet zo ben. Helaas reageerde niet iedereen zo positief. Bepaalde mensen om wie ik geef, gedragen zich anders sinds ze het weten. Ik heb liever dat anderen gewoon zeggen wat hen dwars zit of me de vragen stellen die ze hebben. Toen ik het verteld had, zat ik niet langer met mezelf in tweestrijd. Eindelijk kon ik volledig zijn wie ik was. Ik ben toen getrouwd met mijn vriend. Daarvoor kwam de imam bij ons thuis. Gaandeweg heb ik besloten een hoofddoek te gaan dragen. Hoewel ik dat eerst niet wilde, koos ik daar toch voor, omdat iedereen mag weten wie ik ben. Ik wilde niet meer dat mensen me zagen als een “echte Hollandse meid”, maar als wie ik was. Want ik deed mee aan de ramadan, bad vijf keer per dag en ben trots op de keuze die ik heb gemaakt. Bovendien was er dank zij de hoofddoek ook niet steeds de verbazing als ik vertelde dat ik moslim was. Ik had de eerste paar dagen dat ik mijn hoofddoek droeg wel echt het aapjeskijkengevoel: het was alsof iedereen me aanstaarde. Maar dat zat vooral in mezelf, omdat ik het spannend vond. Wel kreeg ik vanaf dat moment vaak vragen over mijn afkomst, of ik Nederlands ben of misschien Turks. Aangezien Turken ook vaak lichtere ogen en huid hebben.
UW INTERESSE GEWEKT?Like ons op Facebook! ![]()
‘Het christendom gaf me alleen maar meer vragen’
Hoofddoek
‘Mijn vader had moeite met mijn beslissing een hoofddoek te dragen. Hij zei zelfs dat hij niet meer met mij over straat wilde. Dat vond ik erg naar. Dus ik deed thuis altijd mijn hoofddoek af, om hem niet ermee te confronteren. Tot ik dat niet meer wilde. Het was tijd voor een goed gesprek. Mijn vader snapte niet waarom ik niet gewoon een pet of hoed opzette. Dus ik legde hem uit dat ik dat dan alleen voor hem zou doen. En dat hij dan liet zien dat hij niet trots op me is, maar zich voor me schaamt. Ik vertelde hem dat ik juist met die hoofddoek wil laten zien welke keuze ik heb gemaakt, en dat ik – hard gezegd – met een pet op net zo goed een kankerpatiënt kon zijn. Later gaf hij toe dat hij banger was voor de reacties van anderen, dan dat hij er zelf niet achter stond. Na een week kwam hij mijn kamer binnen en zei hij: “Je ziet er nog steeds mooi uit.” En nu gaat hij gewoon mee naar de H&M en kijken we samen bij de sjaaltjes of er iets leuks voor mij tussen zit. Gelukkig maar, want ik ben nog steeds dezelfde persoon, alleen met een doekje op mijn hoofd. Het was in het begin wel wennen om met hoofddoek naar de HvA en mijn werk te gaan. Ik dacht: herkennen ze me nog wel? Als ik iemand tegenkwam, zei ik soms maar niets, om niet wéér alles te moeten uitleggen. Toch viel het reuze mee en bleken de meesten mij nog gewoon te herkennen. Op de school waar ik stage loop, heb ik het tijdens een teamdag vooraf aangekondigd. Ik kon moeilijk opeens komen opdagen met een hoofddoek. Niet alle collega’s begrepen mijn keuze. Ook de directrice reageerde niet zoals gehoopt. Ze zei:
“Het liefst zou ik het je verbieden, want ik vind dat leerkrachten een neutrale look moeten hebben. Maar je bent een stagiair, dus ik kan er niet veel van zeggen.”
Dat sluit aan bij het verbod op gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, de zorg en het ov dat waarschijnlijk zal worden ingevoerd. Daar ben ik het totaal niet mee eens. Ondanks dat ik geen boerka draag en dat ook niet van plan ben. De overheid heeft het vaak over integratie en dat moslims zich moeten aanpassen aan de westerse cultuur. Dan werkt een vrouw in boerka weigeren in de bus of een overheidsgebouw juist averechts. Zo zal ze niet meer zelfstandig kunnen reizen of haar kinderen naar school kunnen brengen. Zo krijg je uiteindelijk juist meer isolatie.’
Muslim Pro
‘Uiteraard veranderde mijn leven na mijn bekering. Als je voor een geloof kiest, moet je dat volledig doen. De islam is een levenswijze. Voor mij was het een langzaam proces waarin ik steeds meer ging leven naar de Koran. Varkensvlees at ik sowieso al niet, omdat ik het niet lekker vind. Dus de overgang naar halal was niet zo groot. Stapje voor stapje ging ik langere kleding dragen, over mijn knieën en billen. Ook stopte ik met uitgaan en alcohol drinken. Doordat ik er langzaam aan heb kunnen wennen, mis ik het allemaal niet.
‘Tijdens de ramadan studeer ik een stuk minder’
Ik bid vijf keer per dag. Daarvoor heb ik een speciale app, Muslim Pro, die me vertelt wanneer het tijd is en aangeeft waar Mekka ligt. Het bidden gaat nu ik een hoofddoek en lange kleding draag trouwens een stuk makkelijker. Eerder nam ik altijd een tasje met een sjaal, gebedskleding en een gebedskleed mee naar de HvA, en kleedde ik me op de wc om. Dat voelde als een poppenkast. Ik ben blij dat ik nu altijd kan zijn wie ik ben. De buitenkant sluit aan bij mijn binnenkant. Bidden doe ik gewoon op de HvA. Helaas is niet in elk gebouw van de HvA een gebedsruimte, in het Kohnstammhuis bijvoorbeeld niet. Maar dan doe ik het gewoon in een hoekje van de gang of op de negende verdieping: daar is een kamertje waar nooit iemand komt. Ik bid ook wel eens in het park, eigenlijk interesseert het me niet of mensen kijken.’
Dichter bij God
‘Uiteraard doe ik deze maand ook mee aan de ramadan. Dat doe ik al vanaf mijn zeventiende. Eerst uit solidariteit en later als moslim. Ik genoot van het bijzondere gevoel van saamhorigheid dat erbij hoort. Zeker de eerste keer: ik deed mee bij mijn vriend thuis en daar werd ik echt omarmd. Het koken met mijn schoonmoeder, ’s nachts opstaan om samen te eten en te bidden, met zijn allen naar de moskee en één doel hebben: ik vond het heel speciaal. Het brengt moslims dichter bij elkaar en bij God. Dat ik tussen de dageraad en -ondergang niets mocht eten en drinken, vond ik helemaal niet erg. Natuurlijk was het zwaar, maar dat voelde als een bijzaak. Vooral de eerste drie dagen zijn zwaar, daarna raak je eraan gewend. God verlicht het ook voor ons. Dat merkte ik toen een vriendin van me uit solidariteit een keer een week meedeed. Die ging echt dood, ze hield het bijna niet vol. Tijdens de ramadan kan ik niet sporten, dat is echt te zwaar voor je lichaam. Ook studeer ik een stuk minder. Ik ga wel naar school, maar leren is erg moeilijk. Door de honger neem je minder op. Ook werk ik gewoon bij de Albert Heijn. Kassadienst draaien is dan wel lastig. Bij elk product dat langskomt, denk ik: mmm, dit ga ik straks eten.’
Charlie Hebdo
‘Ondanks dat de islam het afgelopen jaar veel negatief in het nieuws is geweest, heb ik gelukkig nooit heel negatieve reacties gehad. Maar die tijd na Charlie Hebdo vond ik wel heftig. Ik las toen op Facebook dat vrouwen werden aangevallen, ook in Amsterdam. Dat hun hoofddoek van hun hoofd werd getrokken en zo. En een vriendinnetje van me werd in Amstelveen uitgescholden in de bus: “Rot op, kankermoslim. Je verpest het hier voor ons!” Toen vond ik het voor het eerst eng om ’s avonds alleen over straat te gaan. Het is jammer dat door dit soort acties het geloof in een kwaad daglicht wordt gesteld: de goeden lijden onder de kwaden. Ik heb voor de islam gekozen door de mooie dingen, zoals goed zijn voor een ander en de gastvrijheid. Daarom baal ik dat niet alle moslims de juiste islam laten zien. Wij hebben een voorbeeldrol en moeten uitdragen wat ons geloof zegt. Net zoals onze profeet Mohammed deed. Ook maak ik me wel eens zorgen als ik straks moet gaan solliciteren. Ik hoop niet dat mensen me afwijzen als ze zien dat ik moslim ben. Maar dat weerhoudt me er niet van een foto met hoofddoek bij mijn cv te doen. Dit ben ik en hier moeten ze het maar mee doen.’
Folia 31 ::Foliaweb.nl::PDF :: foto’s: Wout Nooitgedagt :: tekst: Carlijn Schepers :: Verhaal uitgebreid door Cleo