Ingezonden Ik reis een paar keer per week met de trein. Af en toe komt er een conducteur langs die mijn chipkaart controleert. Sommige conducteurs kijken je nauwelijks aan, laat staan dat ze je gezicht gaan vergelijken met de foto die op de kaart staat. Daar hebben ze waarschijnlijk geen tijd voor.

In principe betekent dat dat ik zou kunnen reizen op de ov-chipkaart van iemand anders, al mag dat niet. Ik kan me zomaar voorstellen dat er bijvoorbeeld studenten zijn die al dan niet per ongeluk de kaart van een huisgenoot meenemen. In Rotterdam werd onlangs een geval ontdekt van een jongeman die een paar jaar per tram had gereisd op een ov-chipkaart met daarop een foto van Ernie. Je identiteit doet er dus niet toe.

Behalve natuurlijk als je een boerka of nikaab draagt. Dan gaan ineens alle alarmbellen af. Een vrouw met een bedekt gezicht is gevaarlijk. Want misschien heeft ze wel een bom onder haar gewaad. En dus moeten we haar gezicht zien, om haar identiteit vast te kunnen stellen. Al heeft ze keurig voor haar reis betaald, al gedraagt ze zich voorbeeldig en valt ze niemand lastig. Onlangs kwamen twee verhalen in de publiciteit van vrouwen in het openbaar vervoer die in de problemen kwamen omdat ze een boerka droegen. Op internet werden ze tot op de grond toe afgebrand. “Hadden ze haar maar voor de trein gezet”, schreven sommige reaguurders op Facebook.

De aso’s die in een volle trein meer dan de helft van de stoelen bezetten met hun jassen, tassen en koffers. Jongeren die hun muziek te hard aan hebben, mensen die praten in de stiltecoupé. Dat lijken mij toch de zaken waar reizigers zich echt aan ergeren. NS, doe dáár eens iets aan, in plaats van reizigers te bekeuren die zich wél gewoon gedragen.