Er worden rode hartjes geplakt op de voordeur van de Uppsala moskee door de zweden als teken van solidariteit na enkele brandstichtingen op moskeeën in Zweden.

Zweden is de afgelopen week opgeschrikt door drie aanslagen op moskeeën. Op Eerste Kerstdag, 29 december en de nacht van 1 januari vonden er aanslagen plaats waarbij een moskee in brand werd gestoken. De Zweedse politie zoekt naar ten minste één verdachte voor de aanvallen.

Bj de laatste aanslag, in Uppsala, was niemand aanwezig in de moskee. Ook in Eslöv, de tweede aanslag in de reeks, vielen geen gewonden. Vijf mensen raakten echter gewond op Eerste Kerstdag, toen iemand een brandbom in een moskee in Eskilstuna gooide.

Minister-president Stefan Löfven noemde de aanvallen niet representatief voor Zweden. ‘Niemand zou bang moeten zijn om zijn religie te praktiseren’, liet hij weten in een reactie. Löfven is op dit moment op staatsbezoek in Brazilië.

De Zweedse politie noemt de laatste aanslag in Uppsala een poging tot brandstichting, vandalisme en aanzetten tot haat. Op Facebook is een foto van de deur van de moskee te zien, met de woorden ‘oprotten, vuile moslims’ erop geschreven.

De tekst op de deur van de moskee is inmiddels niet meer te zien, omdat tegenstanders van de aanvallen papieren hartjes op de deur hebben geplakt, om zo hun steun tegenover de moslimgemeenschap te uiten.

De aanslagen komen in een roerige tijd in Zweden. Het liberale immigratiebeleid van het land heeft de afgelopen tijd tot discussie geleid. 65 procent van de Zweden maakt zich zorgen over de integratie van de immigranten. Dit jaar vroegen ruim 100.000 mensen asiel aan in Zweden, een record.

Het ‘liefdesbombardement’ bij de moskee van Uppsala. © AP